Een zomerse dag - Guy Vanderborght
Het is een warme zomerdag. Er is veel volk op het strand. Jan en Jef, twee pubers besluiten een strandkasteel te maken. Ze graven eerst een geul om het gebied te begrenzen. Plots vinden ze een gouden munt. Ze denken even wat ze ermee kunnen doen. In de buurt is een museum. Ze besluiten om daar te gaan vragen wat ze ermee mogen doen. Ze verwittigen hun ouders en wandelen een stuk langs de dijk tot aan het museum. Het is gelukkig zaterdag, want het museum is alleen in het weekend open. De conservator bestudeert het muntstuk en zegt dat het een zekere waarde heeft, maar dat er veel van deze stukken zijn gevonden. Ze besluiten om het stuk te schenken aan het museum in ruil ervoor krijgen ze een gratis toegangsticket voor het museum.
Ze wandelen terug naar het strand en tonen hun ouders het gratis inkomticket voor het museum. Ze besluiten verder te werken aan het kasteel. Ze maken eerst een muur. Jan en Jef zijn de twee bouwers. Twee lange pubers van 15 jaar. Toeval of niet een meisje van 14jaar komt bewonderend kijken naar het zandkasteel. Jan en Jef nodigen An uit om mee te werken aan het zandkasteel. Zo gaan ze met drie aan de slag. Het kasteel wordt snel opgebouwd. Als het kasteel bijna klaar is gaat Jan met een emmer water halen om de geul rond het kasteel te bevochtigen.
De ouders vragen of ze zin hebben in een ijsje. Dat laten Jan, Jef en An zich geen twee keren zeggen. Met een hoorntje in hun hand likken ze van het ijs en kijken bewonderend naar het zandkasteel. Het zandkasteel dat binnen vier uren door de vloed wordt meegenomen. Gelukkig hebben ze nog hun inkomticket voor het museum.
Reactie plaatsen
Reacties