
De donkerte vult de kamer. Lichtjes worden flauw ontstoken en dekens worden over de lange, slungelige lichamen van mijn medebewoners gelegd. De avond is aangebroken en weldra zou de nacht volgen. Ik voel de spanning in mijn lijf omhoog kruipen, tot helemaal in mijn keel waar het me schreeuwerig toe roept. Ik weet dat ik geen keuze meer heb. Er is geen tijd meer voor uitstel; het moet nu gebeuren!
Ik zucht en slenter naar het schuifje van de ladekast. Daar neem ik heel voorzichtig het gevaarlijke instrument vast, hou het stevig geklemd tussen mijn vingers en loop er mee naar de zetel.
De nagelknipper zweeft dreigend boven mijn duimnagel. In gedachten tel ik af tot het moment dat die grijze nagelmoordenaar weer kan toeslaan. En in een flits word ik teruggekaatst naar dat ene moment uit mijn kindertijd.
Het was een warme zomerdag. Ik speelde vrolijk in de tuin met mijn broers en zussen. We hadden elkaar net natgespoten met waterpistolen en geknapte waterballonnen. We giebelden het uit van plezier! Plots stond mijn moeder in de deuropening van de achterdeur en riep ons allen één voor één naar binnen. Het was nagelkniptijd. Toen het mijn beurt was, weigerde ik te komen. Ik wou natuurlijk veel liever spelen dan op de pijnbank te zitten van de nagelvermorzelaar. Maar mijn moeder was vastberaden, liep achter me aan de tuin in en greep me tenslotte bij de arm. Toen het haar uiteindelijk gelukt was om me op de tuinstoel te zetten, zag ik plots een mooie gele vlinder voorbij vliegen. Ik stak mijn hand uit en wou hem grijpen.
“Zit stil nu!”, riep mijn moeder.
“Maar de vlinder…”, protesteerde ik.
“Tuut tuut, eerst nagels knippen nu!”
Maar de vlinder fladderde snel voorbij en in één ruk trok ik me los uit de greep van mijn moeder om hem achterna te gaan. En toen gebeurde het; een flinke knauw van de nagelmoordenaar beet in mijn vel en rode bloedlijntjes vloeide eromheen.
“Auw!”, riep ik boos.
“Ja, dat komt er dan van, hé!”, zei mijn moeder verwijtend.
“Kom, het is niet zo erg, laat me verder doen!”
“Nee zeg, ben je gek?”
Ik stribbelde nog harder tegen, trok mijn arm nu helemaal los en viel daarbij achterover met mijn hoofd op de harde blauwe natuursteen van ons terras. Mijn rechterarm viel daarbij op een geurige bloembak vol lavendel waar bijen en hommels zoemend lustig nectar smulden. En mijn linkerbeen kromde zich in een onnatuurlijke houding door de plotse val en liet een wit stuk bot door de huid zien.
Resultaat; een dikke buil op het achterhoofd, bebloed vlees onder mijn nagelbed, enkele bijen – en hommelsteken op mijn rechterarm en een open botbreuk in mijn linkerbeen.
“3!”
Tsjak, weer een stukje nagel weg. Nog twee vingers te gaan.
Ik blijf rustig zitten in de zetel maar met de nodige angst en stress doorheen al mijn vezels. De zweetdruppels dingen zich aan op mijn voorhoofd en onder mijn oksels.
Had ik vroeger toch maar beter naar mijn moeder geluisterd…
Creatief schrijven:
Schrijf over je angsten, hoe klein of hoe groot ze ook zijn. Erover schrijven zorgt voor een innerlijke confrontatie. En dat is een belangrijke stap in je helingsproces.
Dus vertel; hoe zag dat monster onder je bed eruit? Welke duistere figuur was aanwezig? Welke vrees had je toen je ouders je kamer doorzochten? Laat je angstige kant spreken, omarm het en laat los.
Reactie plaatsen
Reacties