De redding van de jonge poes

Gepubliceerd op 21 juni 2025 om 19:30

Over een bijzondere redding van een jonge poes... 

 

Het was een druilerige maandagochtend in september. Ik stond vertrekkensklaar om naar het werk te gaan.
Plots hoorde ik een paniekerig gemiauw uit het rioolputje komen aan de overkant van de straat. Zonder aarzelen liet ik mijn tas vallen en rende ik naar het stinkende putje toe. En daar zag ik ze; de jonge zwartwit gevlekte poes die miauwde voor haar leven, onder een smerig riooldeksel.
Haar vacht was bebloed en haar oogjes hingen vol prut. Het was duidelijk dat er kwaad opzet mee gemoeid was!
Vanuit de boze bobbel die ik voelde in mijn buik, trok ik zo hard als ik kon aan het smerige, half verroeste deksel. Mijn nagels hielden daarbij zwarte vuiligheid vast terwijl ze in het geurende gat hingen. Eén van hen bleef hangen achter een stuk plastic dat tussen de tralies vastzat en brak af. Ik sloeg een kleine kreet maar was vastbesloten om door te gaan. Mijn klein pijntje was niets vergeleken met de doodsangsten die dat kleine poesje doorstond!
Ik trok nog harder aan het riooldeksel, deze keer echt uit alle macht en BAM; plots schoot dat ding keihard los en kwam het met de snelheid van zijn kinetische kracht recht op mijn voorhoofd terecht. De realiteit om me heen veranderde in een zweverig gevoel waarbij ik me in een soort droomwereld bevond. Ik was flauwgevallen; letterlijk ingestort!
Even later drong de werkelijkheid weer langzaam tot me door en keek ik naar de grijze wolken boven me.
“Je bent er weer!”, riep een stem.
Wazig zag ik het gezicht van de overbuurman boven me hangen.
“Gaat het wat? Je hebt een serieuze klap gehad!”
Ik knikte zachtjes en voelde hoe mijn hoofd steeds meer voelbaar aanwezig werd. Het bonsde zo hard dat het dreigde uiteen te spatten, als een vulkaan die ieder moment zijn lava kon uitspuwen. Ik sloot mijn ogen om de pijn zo wat minder te laten worden.
“Doe maar rustig”, klonk het toen weer. “We brengen je zo dadelijk naar binnen. Er komt zo meteen hulp aan.”
En toen schrok ik terug recht: “de poes!”
“Ho maar, rustig aan. De poes is in goede handen.”
Ik keek de buurman niet begrijpend aan.
“We hebben hem kunnen bevrijden. Het was wel een delicaat werkje want zijn poot zat helemaal vast in de smurrie van afval en poep. Dat putje moet eigenlijk nodig ontstopt worden.”
“Ieuw”, riep ik uit en trok mijn neus op.
“Ja, dat was het zeker”, ging de buurman verder. “Maar het komt wel goed. Het poesje krijgt op dit moment een lekker geurend badje bij ons thuis.”
Ik glimlachte en sloot opnieuw mijn ogen.
Na een tijdje werd ik weer wakker. Ik lag in de zetel in mijn woonkamer. De buurman had me naar binnen gedragen samen met zijn zoon.
Langzaam stond ik recht en liep naar het toilet. Daar schrok ik me een bult toen ik in de spiegel keek! Een gigantische blauwzwarte uitstulping had zich gevormd ter hoogte van mijn rechteroogkas. En in het midden van mijn voorhoofd stonden diverse bloederige krassen. Ik was echt helemaal verknipt! Zo kon ik toch niet naar het werk gaan?
Ik besloot de telefoon te nemen en het werk te verwittigen van mijn dag afwezigheid. Toen ik daarvoor langs de gang liep, hoorde ik opnieuw gemiauw. Snel deed ik de voordeur open waarachter het lawaai vandaan kwam en zag daar opnieuw het jonge poesje dat eerder levensbedreigend vastzat in het smerige rioolputje. Ze stapte naar binnen en vleide zich tegen mijn been. Ik hurkte en aaide haar waarop ze me kleine ruwe likjes gaf op mijn hand. Ze leek zo dankbaar om wat ik had gedaan. Ik lachte en nam haar mee naar binnen. En sinds die dag heb ik er een nieuwe vriend bij!

 

Creatief schrijven:
Heb jij al ooit eens een dier gered? Scherp de realiteit ervan aan met extra spannende elementen en maak er een verhaal van! 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.